Een toekomstbestendig Nederland na de fossiele subsidies.
Troonrede 2045 – Koningin Amalia
Een toekomstbestendig Nederland
na de fossiele subsidies.
Troonrede 2045 – Koningin Amalia
De nieuwe generatie mag het zeggen.
Onze overheid geeft pakweg 40 miljard euro per jaar aan fossiele subsidies aan vervuilende bedrijven. In het voorjaar van 2025 komt er een burgerberaad waarin de nieuwe generatie met een visie op een Nederland na de fossiele subsidies komt.
Een afspiegeling van Prinses Amalia’s generatie geeft daarin advies aan het kabinet. Hoe kunnen de tientallen miljarden die vrijkomen na het beëindigen van fossiele subsidies het best geïnvesteerd worden?
Nodig Prinses Amalia via onderstaande knop uit om het burgerberaad te komen openen.

Dit kun jij doen:
>> Heb je 10 seconden?
Nodig Prinses Amalia uit om het burgerberaad ‘Nederland na de fossiele subsidies’ te komen openen.
>> Heb je 1 minuut
Deel de video op social media, zodat al je vrienden, familie, buren, collega’s en kennissen ook in beweging worden gebracht.
FAQ's
Fossiele subsidies zijn financiële voordelen die grote bedrijven krijgen van de overheid. Ze krijgen bijvoorbeeld belastingkorting, krijgen belasting terug of hoeven sommige lasten niet te betalen. Daardoor is het voor hen vaak aantrekkelijk om olie, kolen en gas te blijven gebruiken en niet over te stappen op hernieuwbare energie. Eerder kondigde het kabinet aan alle fossiele subsidies te willen afbouwen, maar een plan om dat te doen is er nog altijd niet. De discussie hierover loopt al twintig jaar.
Bij ‘subsidie’ denk je al snel aan geld dat je van de overheid kunt krijgen, maar hier gaat het meestal dus om geld dat de overheid níét int. Ook dit kan een subsidie heten, volgens de definitie van het kabinet en de Wereldhandelsorganisatie. En het effect is hetzelfde: de overheid maakt bepaalde keuzes financieel aantrekkelijker.
Onder andere de scheepvaart, de luchtvaart, opwekkers van fossiele elektriciteit, de olieverwerkende industrie en grootverbruikers van fossiele energie, zoals makers van kunstmest.
De overheid is jarenlang niet transparant geweest over hoeveel fossiele subsidies er zijn en om hoeveel geld het gaat. Eerder kwam de overheid met een bedrag van 4,5 miljard euro, maar ze gaven aan dat ze bij veel regelingen het precieze bedrag niet wisten. Oud-europarlementariër Alman Metten is toen verder gaan rekenen en kwam uit op 17 miljard euro. Later, bij een uitgebreidere berekening, werd dat zelfs 30 miljard euro.
Begin september 2023 is er een nog gedetailleerder en completer onderzoek verschenen, wat ook extern is gecontroleerd. Voor het eerst is aan maar liefst 31 regelingen een prijskaartje gehangen. En daaruit kwam 37,5 miljard euro per jaar.
Op Prinsjesdag 2023 is de overheid ook met een nieuwe berekening gekomen, die uitkomt op een nog hoger bedrag: tussen de 39,7 en 46,4 miljard euro. Een jaar later, met Prinsjesdag 2024 komt de overheid met een nieuw overzicht, ditmaal iets lager, namelijk tussen de 21,3 en 28,5 miljard euro per jaar.
Dat er zo vaak andere bedragen genoemd worden komt door twee redenen. Ten eerste is er continu een strijd gaande welke belastingkorting nou wel of geen fossiele subsidie zou zijn. Het gaat namelijk om zeer veel regelingen, en alhoewel voor de meeste het glas helder een fossiele subsidie is, zijn er sommige die wat meer in een grijs gebied liggen. Ten tweede gaat het in de meeste regelingen om kortingen en belastingvrijstellingen. Ook hier geldt dat in de meeste gevallen het nogal duidelijk is wat de korting is, maar voor sommige regelingen zou je nog een discussie kunnen voeren.
Maar wat dit gesteggel met cijfers vanuit de overheid vooral laat zien: het gaat om tientallen miljarden euro’s per jaar. Dus in plaats van meer gesteggel met cijfers, laten we beginnen met afbouwen.
De overheid loopt er miljarden aan belastinggeld door mis, terwijl maar een kleine groep ervan profiteert: grote vervuilers die veel energie gebruiken (en vaak sowieso al veel winst maken). Het is oneerlijke concurrentie voor het mkb en bedrijven die wél duurzaam produceren. Want deze bedrijven krijgen niet dezelfde voordelen.
Fossiele subsidies staan duurzame innovatie in de weg. Waarom zou je als bedrijf haast maken met verduurzamen als het financieel zo aantrekkelijk is om op dezelfde vervuilende voet door te gaan?Als een bedrijf moet kiezen tussen verschillende investeringsplannen, dan kiest het vaak voor de plannen die het snelst zijn terugverdiend. En dat zijn meestal niet de plannen voor energiebesparing, want door fossiele subsidies hebben die een langere terugverdientijd.
Maar zo zetten we onszelf op achterstand: door vooral te investeren in de oude, vervuilende bedrijfsmodellen, creëer je geen vestigingsklimaat voor de schone, innovatieve bedrijven van de toekomst. Het afschaffen van fossiele subsidies creëert een gelijker speelveld, waarin duurzame bedrijven wél kunnen concurreren.
Met zoveel miljarden kunnen we een duurzame, rechtvaardige samenleving stimuleren: je zou er miljoenen woningen mee kunnen isoleren, de geplande bezuinigingen op jeugdzorg terugdraaien, leenstelsel-studenten (de pechgeneratie) compenseren met een normale basisbeurs, of het OV overal beschikbaar en gratis maken. Je zou een transitiefonds kunnen oprichten om werknemers van de fossiele industrie om te scholen voor groene banen. In plaats daarvan stimuleren we nu het gebruik van vervuilende olie, kolen en gas die de klimaatcrisis verergert.
Bedrijven die duurzaam en energiezuinig werken, zullen blij zijn. Eindelijk wordt het speelveld gelijker en ontstaat er écht ruimte voor een duurzame, circulaire industrie.
Er wordt vaak gezegd dat bedrijven naar het buitenland verhuizen als we hier regels invoeren die ze niet aanstaan. Maar een steenfabriek verplaats je niet zomaar. Of wat denk je van een broodfabriek, die zitten in Nederland om dichtbij de supermarkt te zijn.
Bedrijven verplaatsen niet zomaar hun productie, laat ook het Centraal Planbureau zien. Die deden onderzoek naar 3 miljoen bedrijven in 32 landen tussen 2000 en 2019. Zij concluderen: “Er is weinig tot geen bewijs dat klimaatbeleid de winst, productiviteit of omzet van een gemiddeld industrieel bedrijf heeft gedrukt. Ondernemers lijken hun bedrijfsvoering aan te passen op klimaatbeleid, in plaats van hun bedrijf te verplaatsen naar landen zonder of met minder streng klimaatbeleid.”
Zelfs de Europese Centrale Bank (ECB) noemt fossiele subsidies marktverstorend, en benadrukt dat we vaart moeten maken met de transitie naar een duurzame economie. Hoe langer we daarmee wachten, hoe zwakker Nederlandse bedrijven straks zullen staan. Volgens de ECB schaadt het onze economie juist als we er niet voor zorgen dat de CO2-uitstoot drastisch omlaag gaat.
Niet persé. Vooral de zware industrie profiteert nu van de fossiele subsidies. Het geld dat beschikbaar komt als zij minder belastingkorting krijgen, kunnen we bijvoorbeeld gebruiken om te investeren in duurzame elektriciteit voor huishoudens. En om alle resterende huizen te isoleren, zodat de energierekening omlaag gaat. Denk ook aan investeringen in beter en goedkoper (internationaal) openbaar vervoer.
Sommige producten en diensten die heel veel fossiele energie opslurpen, kunnen wel duurder worden op de korte termijn (zoals vliegreizen). Maar zoals het voorbeeld hierboven al laat zien, kunnen we het geld dat beschikbaar komt inzetten om de sociale gevolgen op te vangen. Zo kunnen we zorgen voor een rechtvaardige, maar snelle afschaffing van subsidies op een manier die burgers en het bedrijfsleven ondersteunt.
Die zijn er zeker. Unilever is een voorbeeld, maar ook alle bedrijven die deze brandbrief hebben ondertekend, zoals Gulpener, Swapfiets en Sprinklr.
Fossiele subsidies afbouwen kan tot verlies van sommige soorten banen leiden, maar ook tot het ontstaan van veel nieuwe banen. Er is nu al een schreeuwend tekort aan mensen die aan de energietransitie kunnen werken. Er zijn talloze onvervulde vacatures, bijvoorbeeld voor installatiemonteur of milieudeskundige.
Daarom moet er geld worden gestoken in het omscholen van mensen, met behoud van inkomen.
Dit initiatief wordt
ondersteund door:


























